Wij hebben de veelgestelde vragen over de warmtepomp op een rijtje gezet. Mocht je vraag er niet tussen zitten, neem dan gerust contact met ons op. Wij proberen je zo snel mogelijk van antwoord te voorzien en voegen de vraag graag toe. 

Wanneer je woning nog niet volledig klaar is voor een warmtepomp kun je het beste voor een hybride installatie kiezen. Wanneer je woning nog niet volledig warmtepomp-klaar is betekent dat je woning nog niet voldoende geïsoleerd is. Een hybride warmtepomp kan ook een goedkoper alternatief zijn.

Dit wordt aan de hand van een berekening conform ISSO 51 gedaan. Hier wordt onderscheid tussen de volgende categorieën gemaakt: 

  • Transmissieverlies: dit is warmteverlies door de vloer, gevel en dak. Afhankelijk van de isolatiegraad.
  • Ventilatieverlies: Warmteverlies i.v.m. het opwarmen van de toegevoerde ventilatielucht.
  • Opwarmtoeslag: Warmteverlies i.v.m. het aanwarmen van het interieur als gevolg van het toepassen van nachtverlaging. 

Ja, maar niet elke bodem is daarvoor geschikt. Ook kunnen er eventueel beperkingen zijn. In een waterwingebied mag je bijvoorbeeld niet boren. Daarnaast moet er genoeg ruimte zijn om met de boorapparatuur bij de woning te komen. 

Een monovalent systeem voorziet de warmtepomp volledig in de warmtebehoefte van de woning. Bij mono-energetisch zorgt een elektrisch element ervoor dat er eventuele ondersteuning geboden kan worden. Je woning gebruikt dan meer stroom bij een piek in de warmtevraag.

Dit kan komen omdat het vermogen niet goed genoeg bepaald is. Het opgestelde vermogen kan de gevraagde warmte niet aan. Ook ontstaan er wel eens problemen bij grondgebonden systemen. De bron kan te klein zijn. Bij bestaande woningen ontstaan vaak problemen met te kleine leidingdiameters. De volumestroom is dan niet toereikend. Laat je dan ook altijd goed adviseren!

Wij adviseren om geen nachtverlaging toe te passen. Dit vanwege het comfort en energieverbruik.

Dit is mogelijk onder voorbehoud. Het afgiftesysteem zoals radiatoren en vloerverwarming moeten geschikt zijn voor het laag verwarming systeem. Hiervoor zijn speciale radiatoren en convectoren nodig. Daarnaast moeten de leidingen ook gedimensioneerd zijn. Er is namelijk twee keer zo veel cv-water nodig om de warmte over te kunnen brengen. De leidingen moeten dus wel in staat zijn om om de grote volumes te kunnen verplaatsen.

 

De algemene regel is dat een buitenunit niet meer dan 40 decibel mag produceren. Deze eisen zullen ook worden vastgelegd in het Bouwbesluit.

Ja dat kan, maar heeft ook weer gevolgen voor het rendement. Want hoe kleiner de buitenunit, hoe kleiner het verdamperoppervlak. Ook heeft het weer gevolgen voor het geluid. De ventilator moet namelijk meer toeren draaien.

Het is belangrijk om vooraf een goed plek te kiezen. Denk ook aan de uitblaasrichting van de buitenunit. Daarnaast raden wij aan om rubberen trillingsisolatoren te installeren tussen de grond en warmtepomp. Ook kun je kiezen voor een geluidswerende omkasting.

Een buitenunit moet altijd bereikbaar zijn. Dit voor bijvoorbeeld onderhoud en storingen. 

Ja, een warmtepomp heeft onderhoud nodig. Techniek blijft immers techniek. In een warmtepomp zitten draaiende onderdelen die onderhoud nodig hebben. Net als een cv-ketel dus. Wij reinigen de filters, verdamper en het buitendeel. Daarnaast controleren wij ook de volumestroom van de warmtepomp installatie. Zo blijft de warmtepomp naar behoren functioneren. 

Deze vraag is erg afhankelijk van de gezinssamenstelling, gebruik en sanitaire apparaten. Een voorraad van 200 a 300 liter moet normaal gesproken voldoende zijn.